De verkiezingen van 2017 stonden in het teken van de religieus-culturele identiteit van Nederland. Liberale politici als Mark Rutte en populisten van de PVV schermden met christelijke symbolen en de ‘joods-christelijke’ traditie. In dit artikel wordt aan de hand van ogenschijnlijk triviale voorbeelden als paaseitjes besproken hoe in het gedachtegoed van partijen als de VVD en de PVV religie op nieuwe wijze onderwerp van politieke zorg en beleid vormt. Het concept ‘postseculier nationalisme’ wordt gebruikt om deze wending te kenschetsen.