10-9-2022, Nederland, Weert Leonie Cornips en haar ge-adopteerde stier Piet. foto Marcel van den Bergh (niet voor Trouw, Parool, AD en NRC)

Koe & Taal  

De koe is een belangrijk symbool voor het Nederlandse landschap, Nederlanderschap, de Nederlandse economie en eetpraktijken. De koe is als productiedier vanouds nauw met de mens verbonden. Maar wat weten we van de koe? Hoe begrijpen koeien elkaar? Hoe zetten koeien hun stem en lichaamsgedrag in voor communicatie met elkaar en met de boer? Hoe gaan zij relaties aan met andere koeien en, andere dieren, het milieu, mensen, de machines en robots in de stal?  

In haar boek Dierentalen vraagt filosofe Eva Meijer kritisch aan taalkundigen: ‘Kunnen we communicatie van andere dieren dan mensen taal noemen? Kunnen we met andere dieren praten, en hoe dan? Is de taal van de mens speciaal, of zijn alle talen speciaal? Wat is taal eigenlijk?’ De titel Dierentalen van Eva’s boek is intrigerend: kunnen we inderdaad van dierentalen spreken en dus ook van koeientaal of koeientalen? Veel taalkundigen gaan er vanzelfsprekend van uit dat taal uniek is aan de menselijke soort: ‘taal is wat ons menselijk maakt’. Dieren communiceren slechts. Maar mensen zijn natuurlijk ook dieren. Eva Meijer als filosofe stelt in haar boek dus intrigerende vragen waarmee ze taalkundigen uitdaagt.  

De vraag wat taal is, is de meest complexe vraag die een filosofe aan een taalkundige kan stellen omdat er diverse theorieën in de taalkunde zijn die taal definiëren. Sommige theorieën zoals de generatieve taalkunde, proberen taal als een biologisch systeem in onze hersenen te begrijpen terwijl anderen taal als een vorm van sociaal gedrag bestuderen waardoor relaties ontstaan en veranderen. De eerste definitie is gebaseerd op de Amerikaanse taalkundige Noam Chomsky (geboren in 1928) die als hypothese stelt dat mensen, maar niet dieren, vanaf hun geboorte begiftigd zijn met een aangeboren taalvermogen. Mensen verwerven en leren daardoor heel snel hun thuistaal(talen). We kunnen dat omdat alleen menselijke sprekers kleinere bouwstenen steeds weer creatief combineren tot grotere zoals een kleinere zin ‘Nora ontwerpt’ langer maken in ‘Nora ontwerpt een kantorencentrum dat duurzaam is’ etc. Deze hypothese is zo leidinggevend dat in de vorige eeuw een zoektocht gestart is naar een menselijk ‘taalgen’ dat mensen van dieren, vooral chimpansees, zou onderscheiden. Deze zoektocht heeft, populariserend gezegd, wel een ‘taalgen’ aan het licht gebracht maar ook bij sommige dieren.  

De taalkunde kent in het algemeen een top-down benadering in onderzoek naar menselijke taaleigenschappen bij dieren. Vooral psycholinguïsten probeerden chimpansees of dolfijnen Engels als tweede taal op volwassen leeftijd te laten spreken of chimpansees menselijke gebarentaal te leren. Menselijke taal en menselijke cognitieve vermogens zijn dan de norm waaraan andere diersoorten moeten voldoen. Door dit antropocentrisch perspectief zijn talen en cognitieve vermogens van dieren bij voorbaat al redundant. Een koe spreekt immers niet in mensentaal en haar eigen boe-uitingen zijn bij voorbaat beperkt in hun expressief vermogen vanuit menselijk perspectief. Dit perspectief maskeert bovendien dat de meeste mensen nooit vloeiend een dierentaal hebben leren spreken.  

Heel recentelijk publiceerden de linguïstische antropologen Donna Goldstein en Kira Hall een analyse om de ideologie van taal als psychologisch, mentaal construct te kunnen begrijpen. Chomsky ontwikkelde zijn generatieve theorie in de jaren vijftig van de vorige eeuw tijdens de Amerikaanse Burgerrechtenbeweging in de VS. Door taal te definiëren als behorend tot het brein en ver weg te blijven van belichaming van taal, emancipeerde Chomsky het menselijke individu als spreker. Of een mens nu dik of dun is, wit of zwart, dialect spreekt of een dominerende taal, iedere spreker is gelijk aan een andere omdat het lichaam van de mens in zijn theorie er niet toe doet.  

Maar de hypothese van het aangeboren menselijk taalvermogen maakt wel de kloof tussen mensen en andere dieren in de Chomskyaanse taalkunde bijna onoverbrugbaar. Chomsky is echter niet de enige belangrijke taalkundige die taal definieert. De Amerikaanse sociolinguïsten William Labov (geboren in 1927, overleden in 2024) en zijn latere promovenda Penelope Eckert (1942) definieerden taal als sociaal gedrag gerelateerd aan machtsdynamiek tussen (groepen) mensen. De klassieke sociolinguïstiek van Labov onderzoekt op welke wijze taalvariatie tussen sprekers samenhangt met sociale verschillen zoals inkomen, opleiding leeftijd terwijl voor de meer antropologisch georiënteerde Eckert taalvariatie verbonden is met hoe mensen zich met elkaar (kunnen) identificeren of niet en dus bij elkaar willen horen of niet. In tegenstelling to Chomsky, probeerden beiden taalongelijkheid tussen sprekers zichtbaar te maken door erop te wijzen dat groepen mensen in machtige posities taalnormen aan anderen opleggen. Vooral binnen de taalkunde van Eckert is het veel makkelijker om dierentalen een plek in de taalkunde te geven.  

Tot nu toe sluit de overweldigende meerderheid aan theorieën uit dat andere diersoorten over taal beschikken ongeacht hoe taal gedefinieerd is. Maar toch komt er steeds meer evidentie dat een dier wel degelijk een geluid of bepaald lichaamsgedrag aan een specifieke betekenis koppelt. Anders gezegd, een geluid door een koe refereert aan ‘iets’ net zoals mensen dat in hun taal doen. Tot nu toe bespreekt de literatuur dat kippen bijvoorbeeld tegen de dertig verschillende vocalisaties produceren; ze kunnen met verschillende vocalisaties verwijzen naar roofdieren in de lucht of op de grond. Dit doen ze ook voor voedsel; ze vocaliseren vaker en in een sneller tempo als ze een lievelingshapje tegenkomen zoals een meelworm en bovendien variëren ze hun vocalisaties afhankelijk of andere kippen aanwezig zijn of niet. Ze zijn dus gevoelig voor wie al dan niet meeluisteren. Bovendien blijken hanen te kunnen liegen. Een haan kan vocaliseren dat hij een lekker hapje gevonden heeft en de hennen komen snel naar hem toe maar de haan fopt ze. De reactie van de hennen – naar de vocaliserende haan toelopen terwijl het lekkere hapje helemaal niet aanwezig is – laat zien dat de haan en kippen wel een mentale representatie van het lekkere hapje hebben. Tot nu geeft de literatuur ook aan dat varkens rond de 24 verschillende vocalisaties produceren om aan te geven dat ze kunnen gaan eten, om anderen te waarschuwen, dat ze ziek zijn of wanneer ze hardhandig behandeld worden, wanneer ze zich verdedigen of blij zijn of geïnteresseerd in een nieuw voorwerp of zich juist vervelen. 

In Koe&Taal proberen we dus om taalkundige definities van taal te herijken en het idee dat taal alleen aan mensen voorbehouden is, uit te dagen. Twee onderzoeksvragen zijn in dit reflexieve proces cruciaal: wat zegt het over de taalkunde/taalwetenschap dat onderzoekers zich niet over de mogelijkheid van dierentalen willen buigen en dat onderzoek vanzelfsprekend aan ethologen en andere biologen overlaten? En welke inzichten die voortkomen uit serieus taalkundig onderzoek naar dierentaal leert ons iets over mensentaal – hebben taalkundigen wellicht al die eeuwen iets over het hoofd gezien? Om dit soort vragen te beantwoorden zou taalkundig onderzoek naar dierentaal idealiter moeten plaatsvinden vanuit een gedachte dat taal niet alleen gesproken taal is maar ook met het lichaam en beweging uitgedrukt wordt in een context die in tijd en plaats gesitueerd is in samenhang met materialiteit die in die context aanwezig is.  

 

De melkkoe is de casus voor het project ‘dierentalen’. Dit project wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met en dankzij Nederlandse melkveehouders en collega’s uit andere disciplines dan de taalkunde.  

 

Gebruikte literatuur 

  • Cornips, Leonie. 2023. De koe zegt meer dan boe: de stem van het dier in taalonderzoek. Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland. De Lage Landen. https://www.de-lage-landen.com/article/de-koe-zegt-meer-dan-boe-de-stem-van-het-dier-in-taalonderzoek  
  • Cornips, Leonie 2023. Koeientaal. In: Kaas=NL? Melk, koe, ras, kolonie, taal, kunst, mest en meer. Cornips, L., M. Hendriksen & G. Mak. Amsterdam: Sterck & De Vreese, pp 139154. 
  • Cornips, Leonie & Marjo van Koppen. 2024. Grazende grammatica’s. Deixis door koeien. Grenze(n)loze taal. Een veelzijdige blik op taalvariatie. Kristel Doreleijers & Jos Swanenberg (red.). Sterck & De Vreeze, p. 149-161. 
  • Goldstein, Donna M. en Kira Hall. 2021. Darwin’s hug Ideologies of gesture in the science of human exceptionalism. HAU: Journal of Ethnographic Theory 11(2), 693–712. 
  • Meijer, Eva. 2016. Dierentalen. ISVW Uitgevers. 
  • Meijer, Eva. 2017. De soldaat was een dolfijn. Cossee. 
  • De Waal, Frans.  2016. Zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn? Atlas 

Podcast De ‘animal turn’ in de Taalkunde door IvdNT en Onze Taal, 26 december 2022. https://open.spotify.com/episode/5kVQNlPvG2RE1DmC1SYQQ3?go=1&sp_cid=006fe3043a66d11b11551434f798c2cd&nd=1 

 

 

Cows & Language  

The cow is an important symbol of the Dutch landscape, Dutch identity, the economy, and food culture. As a farm animal, cows have long been closely connected to humans. But how much do we actually know about them? How do they communicate with each other? How do they use their voices and body to interact not only with fellow cows but also with farmers? Their relationships extend beyond their own species; they interact with other animals, their environment, humans, and even the machines and robots in modern barns. 

In her book Animal Languages, philosopher Eva Meijer challenges linguists with thought-provoking questions. She asks whether the communication of non-human animals can be considered a form of language and whether humans can engage in meaningful dialogue with them. She also questions whether human language is truly unique or if every form of communication has its own special qualities. These questions force us to reconsider what language actually is. The title of her book suggests an intriguing possibility: can we really talk about “animal languages,” and if so, could there be such a thing as “cow language” or even “cow languages”? 

Many linguists assume that language is something uniquely human, often stating that “language is what makes us human.” From this perspective, animals are seen as mere communicators rather than users of language. However, humans are animals too. Meijer challenges this assumption by urging linguists to reconsider the boundaries they have drawn between human and animal language. 

Defining language is one of the most complex challenges in linguistics. Different theories approach the question in different ways. One of the most influential ideas comes from the American linguist Noam Chomsky, who proposed that humans, but not animals, are born with an innate capacity for language. According to this theory, human children acquire their home language(s) with remarkable speed because they are biologically equipped for it. A key aspect of this theory is that humans can creatively combine smaller units of language into more complex structures. For example, a simple phrase like “Nora designs” can be expanded into “Nora designs an office complex that is sustainable.” 

Chomsky’s theory was so dominant in the 20th century that researchers even searched for a “language gene” that would distinguish humans from animals, particularly primates. Interestingly, this search did reveal a gene linked to language, but it turned out that some animals also have it.  

For a long time, linguists have studied language with a top-down approach, starting from human language and then searching for similar traits in animals. Psycholinguists have attempted to teach chimpanzees or dolphins English as a second language or to train them in human sign language. This anthropocentric perspective assumes that human language and cognition are the standard against which all other species must be measured. From this viewpoint, animal langauge is often dismissed as primitive. A cow, for example, does not speak in human language, and its “mooing” is seen as limited in expressiveness. However, this perspective overlooks a crucial fact: most humans have never truly learned to understand an animal’s way of communicating. 

Recently, linguistic anthropologists Donna Goldstein and Kira Hall examined how the idea of language as a purely mental, psychological construct has shaped linguistic theory. Chomsky developed his generative theory in the 1950s, during the U.S. Civil Rights Movement. By defining language as something that exists purely in the brain, separate from the body, Chomsky emphasized the equality of all human speakers, regardless of their physical characteristics or social background. In his theory, it does not matter whether someone is rich or poor, black or white, speaks a dominant language or a dialect—every speaker is considered equal. However, this idea of an innate human language ability also reinforces a sharp divide between humans and other animals, making it nearly impossible to bridge the gap between human and animal language in Chomskyan linguistics. 

Not all linguists agree with Chomsky’s perspective. American sociolinguists William Labov and Penelope Eckert define language not as a purely mental construct, but as a social behavior shaped by power dynamics between groups of people. Labov’s research examines how language variation is linked to factors like social class, education, and age, while Eckert explores how people use languagevariation  to form identities and social connections. Unlike Chomsky, they focus on how dominant groups impose language norms on others, which makes it easier to consider the possibility that animals, too, may have structured forms of communication that deserve recognition. 

Despite the dominance of human-centered theories, growing evidence suggests that animals do associate specific sounds and body activities with meaning. A cow’s vocalization, for example, does not exist in isolation but refers to something in her environment—just as human words do. Scientific research has shown that chickens produce a variety of vocalizations, including specific alarm calls that distinguish between aerial and ground predators. They also produce a specific sound faster when they find their favorite food, adjusting their calls depending on whether other chickens are present. Some roosters have been observed engaging in deception, calling out as if they have found food to attract hens, only for the hens to discover that there is nothing there. This suggests that both the rooster and the hens have a mental representation of the missing food. Similarly, studies on pigs indicate that they use distinct vocalizations to signal hunger, warn others of danger, express discomfort, and even communicate curiosity or boredom. 

The Cows & Language project aims to rethink traditional definitions of language and challenge the idea that language is an exclusively human trait. This research raises fundamental questions about the field of linguistics itself. Why have linguists traditionally avoided studying animal communication, leaving this topic to biologists and ethologists? And what can the study of animal communication teach us about human language—have linguists overlooked something crucial for centuries? 

To explore these questions, we need to expand our understanding of what language is. Language is not only spoken; it is also expressed through body movements and interactions with the physical world. Our research takes this broader perspective into account, focusing on dairy cows as a case study. This project is conducted in close collaboration with Dutch dairy farmers and experts from other disciplines, with the goal of challenging existing boundaries and deepening our understanding of both animal and human communication. 

 

Literature

  • Meijer, E. 2019. When animals speak: Toward an interspecies democracy. New York: New York University Press.

Partners

 

Koeientaalkwis

Leonie Cornips ontwikkelde de Meertens koeientaalkwis. Die gaat over de betekenis van verschillende geluiden die een koe produceert in diverse situaties. De onderzoeksvraag is of mensen de diverse “boe’s” van een koe kunnen herkennen. De koeientaalkwis vind je hier.

 

 

Publicaties

  • Cornips, Leonie, Frank van Eerdenburg, Lenny van Erp, Marjo van Koppen & Bert Theunissen. 2022, te verschijnen. Onze melkkoe, letterlijk en figuurlijk In: Dierzaamheid: Duurzaam samenleven met dieren. Pim Martens, Maarten Reesink & Karen Soeters (red.). Uitgeverij Noordboek | Sterck&DeVreese en Bornmeer.
  • Cornips, Leonie. Te verschijnen. Getting to know the dairy cow: an inclusive and self-reflexive sociolinguistics in multispecies emotional encounters. In Language activism and the role of scholars. Cutler, Cecilia, Røyneland & Vrzić, Zvjezdana. Cambridge: Cambridge University press.
  • Van Oosten, Eline en Leonie Cornips. Te verschijnen. Goede zorg in de veehouderij: de notie van ‘natuur’ Podium voor Bio-ethiek.
  • Cornips Leonie. 2022. The animal turn in postcolonial (socio)linguistics: the interspecies greeting of the dairy cow. Journal of Postcolonial Linguistics 6:210-232.
  • Marissa Arts, Anne Janssen, Emma Heeren, Veerle Basten & Leonie Cornips. 2022.
    Handvatten voor een veilige ontmoeting met taurossen. Vakblad Natuur Bos Landschap 182: 21-24.
  • Cornips, Leonie and Louis van den Hengel. 2021. Place-making by cows in an intensive dairy farm: A sociolinguistic approach to nonhuman animal agency. Animals in Our Midst: the challenges of co-existing with animals in the Anthropocene, ed. By Bernice Bovenkerk and Jozef Keulartz, Springer. 177-201. 
  • De Malsche, Fien and Leonie Cornips 2021. Examining Interspecies Interaction in Light of Discourse Analytic Theory: A Case Study on the Genre of Human-Goat Communication at a Petting Farm. Language and Communication 79: 53-70.
  • Cornips, Leonie. 2021. Het stierkalfje dat (er) niet mag zijn. In Nieuwsbrief Diermens Studies. 10 mei 2021. https://www.diermensstudies.nl/nieuws/665969_het-piepkleine-stierkalfje-dat-er-niet-mag-zijn
  • Cornips, Leonie. 2021. Column Koeientaal. In: Melkvee. Onafhankelijk vakblad voor de melkveehouder. juni, 20(6):7.
  • Cornips, Leonie.2021. Het geadopteerde stierkalfje. Centrum voor Diermens studies, 30 juli 2021. https://www.diermensstudies.nl/nieuws/blog/733303_het-geadopteerde-stierkalfje
  • Cornips, Leonie. 2021. #IDFA, Koe Luma. Centrum voor Diermens studies https://www.diermensstudies.nl/nieuws/blog/799897_idfa-koe-luma, 17 december
  • Cornips, Leonie 2020. Koeientaal. Vaktaal. Tijdschrift van de Internationale Neerlandistiek 33(1): 4.
  • Cornips, Leonie. 2019. The final frontier: non-human animals on the linguistic research agenda. Berns Janine and Elena Tribushinina (eds.) Linguistic in the Netherlands, vol. 36, issue 1, Nov 2019, 13-19. Amsterdam: John Benjamins.
  • Video: Do animals speak? 2021. Universiteit Maastricht. https://www.youtube.com/watch?v=S8zZngioOe4&feature=youtu.be
  • Leonie Cornips en Marjo van Koppen, ‘Embodied Grammar in Dairy Cows. UiL-OTS Colloquium, Utrecht University, 20 februari 2020 (https://uilotscolloquium.wp.hum.uu.nl/leonie-cornips-marjo-van-koppen/).

 

Verder lezen

#mc_embed_signup{background:#fff; clear:left; font:14px Helvetica,Arial,sans-serif; width:600px;} /* Add your own Mailchimp form style overrides in your site stylesheet or in this style block. We recommend moving this block and the preceding CSS link to the HEAD of your HTML file. */

Subscribe

* indicates required

(function($) {window.fnames = new Array(); window.ftypes = new Array();fnames[0]='EMAIL';ftypes[0]='email';fnames[1]='FNAME';ftypes[1]='text';fnames[2]='LNAME';ftypes[2]='text';fnames[3]='ADDRESS';ftypes[3]='address';fnames[4]='PHONE';ftypes[4]='phone';fnames[5]='BIRTHDAY';ftypes[5]='birthday';}(jQuery));var $mcj = jQuery.noConflict(true);