Dit deelproject van Nederland Schrijven onderzoekt de lange lijnen in de traditie van ‘Nederland Schrijven’, door publicaties in kaart te brengen waarin Nederland en zijn bewoners aan de hand van statistische en topografische beschrijvingen worden beschreven. Beeldbepalend voor dit ‘genre’ is de 38-delige reeks Tegenwoordige staat der Vereenigde Nederlanden (1738-1803). Bij wetenschappelijke adviescolleges en werden en worden met regelmatig ‘staten van Nederland’ uitgegeven. Dit deelproject analyseert de constanten en veranderingen in het (be)schrijven van Nederland en Nederlanders binnen dit genre. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar:

  1. Overheidssturing: welke rol speelde de overheid in het aansturen van de ‘Staat van Nederland’-producties?
  2. Methodiek: wat is in de beschrijvingen de verhouding tussen kwantitatieve en kwalitatieve analyse?
  3. Wereldhistorische dimensies: stelden auteurs zich ten doel de geschiedenis van Nederland ook in een Europees of wereldhistorisch perspectief te plaatsen? Zo ja, hoe werkte dat dan uit in de praktijk? Vergeleek de auteur ‘typische Nederlandse aspecten’ regelmatig met andere landen, bijvoorbeeld in een betoog over de grote verschillen tussen het Nederlandse en Franse hofleven? Is er in de loop van de tijd een groter nationalistisch stempel op de geschiedschrijving gekomen?