Kaas geldt als typisch Nederlands. En zo wordt hij ook vaak verpakt, in geïdealiseerde beelden over waar hij vandaan komt en hoe hij gemaakt wordt, met Frau Antje, blije koeien en een eeuwenoude boerentraditie. In dit project gaan we niet voorbij aan de centrale rol van kaas in het landschap of de eetcultuur, economie en beeldvorming van Nederland. Maar we pakken de kaas ook uit: wat verhullen de stereotype beelden? Wat zit er allemaal nog meer vast aan (veranderende) praktijken rondom kaas en koeien? Hoe hebben die Nederland mede vormgegeven? Dat brengt ons bij kaasboortjes en Europese keurmerken voor Gouda, de stront en lauwe melk over je handen bij het melken, in Nederlands Nieuw-Guinea galopperende verwilderde koeien, de verdwenen rol van vrouwen als spil in het kaasmaken, mestoverschotten en CO2.

 

Het in samenhang analyseren van symbolen en praktijken rondom Nederlandse kaas kan inzicht bieden in de ‘vermarkting’ van Nederlandse identiteit, de geschiedenis van Nederlands landschap als een broos evenwicht tussen land, dieren en mensen, het vereenzelvigen van Holland met heel Nederland, en de geschiedenis van gender en arbeid. Zo komt Nederland in vele gedaantes tevoorschijn: niet als een gegeven eenheid, niet altijd door landsgrenzen begrenst, en niet zonder problemen of breuklijnen, maar wél in een specifiek en karakteristiek verband met elkaar.